Nokia 6120 classic - Opladen en ontladen

background image

Opladen en ontladen

Het apparaat werkt op een oplaadbare batterij. De batterij kan honderden keren worden
opgeladen en ontladen maar na verloop van tijd treedt slijtage op. Wanneer de gesprekstijd
en stand-by tijd aanmerkelijk korter zijn dan normaal, moet u de batterij vervangen. Gebruik
alleen batterijen die door Nokia zijn goedgekeurd en laad de batterij alleen opnieuw op met
laders die door Nokia zijn goedgekeurd en bestemd zijn voor dit apparaat.

Als u de nieuwe batterij voor de eerste keer gebruikt of als u de batterij langere tijd niet hebt
gebruikt, is het mogelijk dat u de lader moet aansluiten, ontkoppelen en vervolgens opnieuw
moet aansluiten om het opladen te starten.

background image

105

Haal de lader uit het stopcontact wanneer u deze niet gebruikt. Houd niet een volledig
opgeladen batterij gekoppeld aan de lader omdat de levensduur van de batterij kan afnemen
wanneer deze wordt overladen. Als een volledig opgeladen batterij niet wordt gebruikt,
wordt deze na verloop van tijd automatisch ontladen.

Als de batterij volledig ontladen is, kan het enkele minuten duren voordat de batterij-
indicator op het scherm wordt weergegeven en u weer met het apparaat kunt bellen.

Gebruik de batterij alleen voor het doel waarvoor deze bestemd is. Gebruik nooit een
beschadigde lader of batterij.

Let op dat u geen kortsluiting veroorzaakt in de batterij. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren
wanneer een metalen voorwerp zoals een munt, paperclip of pen direct contact maakt met
de positieve (+) en negatieve (-) poolklemmen van de batterij. Deze klemmen zien eruit
als metalen strips. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer u een reservebatterij in uw zak
of tas hebt. Kortsluiting van de poolklemmen kan schade veroorzaken aan de batterij of aan
het voorwerp waarop deze is aangesloten.

De capaciteit en de levensduur van de batterij nemen af wanneer u deze op hete of koude
plaatsen bewaart (zoals in een afgesloten auto in de zomer of in winterse omstandigheden).
Probeer de batterij altijd te bewaren op een temperatuur tussen 15°C en 25°C (59°F en 77°F).
Een apparaat met een warme of koude batterij kan gedurende bepaalde tijd onbruikbaar
zijn, zelfs wanneer de batterij volledig opgeladen is. De batterijprestaties zijn met name
beperkt in temperaturen beduidend onder het vriespunt.

Gooi batterijen niet in het vuur. De batterijen kunnen dan ontploffen. Batterijen kunnen ook
ontploffen als deze beschadigd zijn. Verwerk batterijen in overeenstemming met de lokale
regelgeving. Lever batterijen indien mogelijk in voor recycling. Gooi batterijen niet weg met
het huishoudafval.

Ontmantel of sloop de geheugencellen of batterijen niet. Als een batterij lekt, moet u ervoor
zorgen dat de vloeistof niet in contact komt met de huid of ogen. Als dat toch gebeurt, moet
u uw huid en ogen onmiddellijk met water uitspoelen of medische hulp zoeken.