Nokia 6120 classic - Toegangspunten

background image

Toegangspunten

Voor een gegevensverbinding hebt u een toegangspunt nodig. U kunt verschillende
soorten toegangspunten definiëren:

• MMS-toegangspunt, bijvoorbeeld voor het verzenden en ontvangen van

multimediaberichten;

• WAP-toegangspunt om webpagina's weer te geven

• Internettoegangspunt (bijvoorbeeld voor het verzenden en ontvangen van

e-mail).

Vraag uw serviceprovider welk type toegangspunt u nodig hebt voor de dienst
waarvan u gebruik wilt maken. Neem contact op met uw serviceprovider voor
informatie over de beschikbaarheid van en abonnementen op
gegevensverbindingsdiensten.

U kunt de instellingen voor een toegangspunt ontvangen in een SMS-bericht
van uw serviceprovider. Het is ook mogelijk dat de telefoon vooraf ingestelde
instellingen voor het toegangspunt bevat.

Als u een nieuw toegangspunt wilt maken of een bestaand toegangspunt
wilt bewerken, selecteert u Opties > Nieuw toegangspunt of Bewerken. Als
u een nieuw toegangspunt wilt maken met de instellingen van een bestaand
toegangspunt, gaat u naar een toegangspunt en selecteert u Opties > Toegangspt
dupliceren
.

Afhankelijk van het verbindingstype dat in Drager gegevens is geselecteerd, zijn
slechts bepaalde instellingen beschikbaar. Vul alle velden in die zijn gemarkeerd
met Te definiëren of met een sterretje.

Neem contact op met uw serviceprovider voor de volgende instellingen: Drager
gegevens
, Naam toegangspunt (alleen voor packet-gegevens), Inbelnummer
(alleen voor gegevensoproep), Gebruikersnaam, Wachtwoord, Verificatie,

background image

86

Homepage, Data-oproep (alleen voor gegevensoproep) en Max. snelheid gegev.
(alleen voor gegevensoproep).

Naam verbinding – Voer een beschrijvende naam voor de verbinding in.

Vraag om wachtw. – Als u telkens bij aanmelding op de server een nieuw
wachtwoord moet invoeren of als u het wachtwoord niet op de telefoon
wilt opslaan, selecteert u Ja.

Selecteer Opties > Geavanc. instell. als u de IP-versie (Internet Protocol), het
IP-adres van de telefoon, DNS-servers (Domain Name System), proxyserver
en geavanceerde instellingen voor gegevensoproepen, zoals terugbellen, PPP-
compressie, aanmeldingsscript en een tekenreeks voor modeminitialisatie moet
definiëren. Neem contact op met uw serviceprovider voor de juiste instellingen.