■ Profielen
In Profielen kunt u de beltonen voor verschillende gebeurtenissen, omgevingen
en groepen bellers naar wens aanpassen. Het geselecteerde profiel wordt
weergegeven boven aan het scherm in de stand-by modus. Als het profiel
Algemeen in gebruik is, wordt alleen de datum van vandaag aangegeven.
Selecteer Menu > Instellingen > Profielen.
Als u het profiel wilt activeren, selecteert u het profiel en selecteert u Activeren.
Tip: Als u snel vanuit een willekeurig ander profiel naar het profiel
Stil wilt schakelen, houdt u in de stand-by modus # ingedrukt.
69
Als u een profiel wilt aanpassen, selecteert u het profiel, selecteert u Aanpassen
en maakt u een keuze uit de volgende opties:
Beltoon – Als u de beltoon (of videobeltoon) wilt instellen voor spraakoproepen,
kiest u een beltoon in de lijst. Druk op een toets om het geluid te stoppen.
U kunt beltonen ook wijzigen in Contacten. Zie ’Een beltoon toevoegen’ op
pag. 49.
Toon video-oproep – Selecteer de beltoon voor videogesprekken.
Naam beller uitspr. – Selecteer Aan om de naam van de beller te laten uitspreken
wanneer de telefoon overgaat.
Beltoontype – Als u Oplopend selecteert, wordt het volume van de beltoon
geleidelijk verhoogd tot het ingestelde niveau.
Belvolume – Hiermee stelt u het volume van het oproepsignaal en de signaaltoon
voor berichten in.
Berichtensignaaltoon – Hiermee stelt u de signaaltoon voor SMS- en
multimediaberichten in.
Signaaltoon e-mail – Hiermee stelt u de signaaltoon voor e-mailberichten in.
Trilsignaal – Hiermee stelt u in dat de telefoon trilt bij inkomende spraakoproepen
en berichten.
Toetsenbordtonen – Hiermee stelt u het volume voor toetsenbordtonen in.
Waarschuwingstonen – Hiermee kunt u waarschuwingstonen activeren of
deactiveren.
Waarschuwen bij – Hiermee kunt u instellen dat de telefoon alleen overgaat bij
inkomende oproepen van een bepaalde contactgroep. Bij inkomende oproepen
van andere personen gaat de telefoon niet over.
Profielnaam – Naam van het profiel. Deze instelling wordt niet weergegeven voor
de profielen Algemeen en Offline.
Wanneer u het profiel Offline gebruikt, heeft de telefoon geen verbinding met het
GSM-netwerk. Als geen SIM-kaart is geïnstalleerd en u toch bepaalde functies
van de telefoon wilt gebruiken, start u de telefoon in de modus Offline.
Belangrijk: In het profiel Vlucht kunt u geen oproepen doen of ontvangen en
kunnen ook andere functies waarvoor netwerkdekking vereist is niet worden
gebruikt. U kunt mogelijk nog wel het alarmnummer dat in het apparaat is
geprogrammeerd kiezen. Als u wilt bellen, moet u de telefoonfunctie eerst
activeren door een ander profiel te kiezen. Als het apparaat vergrendeld is,
moet u de beveiligingscode invoeren.
70